Gesprekken tussen arts en patiënt over het levenseinde vinden vaak te laat plaats. En gaan daardoor niet zelden gepaard met teleurstellingen en onbegrip in de laatste levensfase. ‘Bijna niemand vindt het makkelijk om te praten over doodgaan’, zegt Marith Rebel-Volp, huisarts in Amsterdam. ‘Maar mijn ervaring is dat de meeste patiënten opgelucht zijn als ik erover begin’.
‘De medische wereld is gericht op behandelen. Dat is niet altijd het belang van de patiënt: blijven behandelen is niet automatisch de beste zorg. Als je aan het einde van je leven staat, moet je zelf kunnen kiezen: wil ik mijn laatste weken vullen met zware behandelingen of wil ik ze vullen met afscheid nemen van mijn partner, familie en vrienden? Praat op tijd met je dokter over wat je wilt, zodat je ook weet of dat kan’, is haar advies aan patiënten.
Precies dat advies was aanleiding voor de nieuwe patiëntenbrochure ‘Spreek op tijd over uw levenseinde’, een gezamelijke uitgave van de KNMG en zeven patiënten- en ouderenorganisaties. De brochure helpt mensen op weg om het gesprek met hun dokter aan te gaan.
Er staan tips in om het gesprek goed te laten verlopen en uitleg over wilsverklaringen, palliatieve zorg en euthanasie. Voor artsen is een eigen versie beschikbaar. Arts en patiënt hebben zo dezelfde uitgangspunten en opbouw voor een goed en gelijkwaardig gesprek over de laatste fase van het leven.
De brochure ‘Tijdig spreken over het levenseinde’ is gratis te downloaden via www.knmg.nl/spreken-over-levenseinde .